… op dynamische adviesraden
Burgerparticipatie is ‘trending’ de laatste tijd. In heel wat bestuursakkoorden werden ‘innovatieve’ vormen van participatie – bv. burgerbudgetten – opgenomen. Anderzijds kwamen ‘oude’ vormen onder vuur te liggen: de adviesraden. “Die moeten anders en beter”, klinkt het vaak. Met de ideeën uit dit toekomstbeeld wil De Wakkere Burger inspiratie bieden voor bijsturing en verbetering van deze raden.
Kritiek
Over adviesraden bestaan al jaren – niet geheel onterecht – heel wat opmerkingen:
- De raden leggen te weinig focus op advies, te veel op het organiseren van activiteiten, evenementen…
- De raden leveren te weinig inhoudelijke meerwaarde met hun adviezen.
- De raden zijn te veel bezig met het aanbod en belangen van de lokale verenigingen en hebben te weinig aandacht hebben voor de andere vragen uit de samenleving. Ze betrekken zelden een breder en diverser publiek.
- De raden hebben vooral relatief oude leden en weerspiegelen amper de lokale samenleving
- …
Heel wat lokale besturen overwogen dan ook sterk om – al dan niet geremd door wetten en decreten – hun hele adviesradenstructuur ingrijpend om te gooien.
Evoluties
Die adviesraden botsen natuurlijk op een aantal bestuurlijke en maatschappelijke evoluties:
- Gemeentediensten professionaliseerden sterk de voorbije decennia. Regelgeving en procedures werden complexer. Ondanks het stijgende opleidingsniveau van de burgers, betekent dat alles toch een ‘kennisnadeel’ voor de leden. Het wordt minder evident voor deze raden om het beleid goed te volgen en om een meerwaarde te betekenen.
- Burgers nemen vandaag vooral korte en wissende vrijwillige engagementen op. Ook dat staat haaks op het permanente karakter van de raden. Ook bottom-up burgerinitiatieven passen vaak niet binnen deze structuren. Adviesraden zijn in de praktijk dus bijna nooit een weerspiegeling de bevolking.
- Bovendien bestaan er ondertussen allerlei andere (digitale, eenmalige…) participatievormen die meer aanspreken.
Toch blijft er volgens De Wakkere Burger een zeker potentieel aanwezig. In die zitten toch ook steeds heel wat geëngageerde mensen met heel wat ervaring, terreinkennis en een breed netwerk. Bovendien vormen ze ook een permanent beschikbaar klankbord voor nieuwe beleidsinitiatieven. Uit die plus- en minpunten distilleerde De Wakkere Burger een inspirerende toekomstbeeld.
Toekomstbeeld

We pleiten alleszins om – indien haalbaar – zeker een kern van actieve voortrekkers te behouden. Hun ervaring en kennis laat de adviesraad toe om zowel terug- als vooruit te blikken op het lokale beleid. Zij volgen het beleid permanent op en kunnen de werking coördineren. Die ‘centrale as’ nemen we dus mee in ons toekomstbeeld (zie schema).
Rond die kern kan men creatieve structuren en werkvormen organiseren. Vandaag hebben vele adviesraden statuten die strikt aflijnen wie mag deelnemen, hoeveel niet-georganiseerde leden toegelaten zijn… Dat is geen goed idee. Integendeel, de raden mikken beter op brede en ook tijdelijke betrokkenheid. Waarom geen open algemene vergadering? Waarom geen thematische debatavond open voor iedereen? Waarom geen werkgroep met relevante buitenstaanders? Waarom geen specifieke profielen of doelgroepen actief benaderen? Waarom geen bevraging? Waarom geen open oproep naar alle inwoners die belangstelling hebben voor de adviesraad?
Naast een soepele, open structuur is ook inhoudelijke diepgang belangrijk. Vandaag worden adviesraden vaak gevraagd om snel te reageren op nieuwe – vaak bijna afgewerkte – beleidsinitiatieven. Dat kan beter. Raden zouden zeker belangrijke dossiers beter moeten kunnen voorbereiden. Het is buitengewoon zinvol dat de raden op voorhand zicht hebben op de ‘bestuurskalender’. Welke plannen heeft het beleid in de nabije toekomst? Welke werken en investeringen staan op stapel? Overleg daarover met het beleid is zinvol.
Maar ook een bevraging van het werkveld kan nuttig zijn: Wat leeft er bij de verenigingen? Welke noden zijn acuut in de samenleving? Ook naar input vanuit de basis moeten raden actief opsporen.
Wanneer de prioritaire aandachtspunten bekend zijn, de adviesraad een retro-planning maken. Wanneer moeten we klaarstaan met onze voorstellen? Welke tussenstappen moeten tegen dan zetten? Zo kan de adviesraad ‘mee-denken’ over deze belangrijke dossiers: zich informeren, een thematische werkgroep opstarten, externe deskundigen of doelgroepen aanspreken,… Bij een thematische denkgroepje kunnen we dan ook buitenstaanders betrekken die iets zinvol te vertellen hebben over dat thema: sterk adviezen vol creatieve ideeën en sterke argumenten.
Aangevuld met een betere zichtbaarheid van de adviesraden en een nauwere uitwisseling – en zelfs samenwerking – met andere lokale raden, zijn er waarschijnlijk genoeg ingrediënten voor een vernieuwde dynamiek.