Alle adviesraden en overlegstructuren die in een gemeente worden opgericht moeten voldoen aan de bepalingen uit het Decreet Lokaal Bestuur. Deze bepalingen gingen in voege bij de start van de gemeentelijke legislatuur in 2019.
Decreet Lokaal Bestuur over adviesraden
Alle lokale adviesraden moeten dus volgende regels respecteren:
Art. 304: (…)
§ 3. Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid, is van hetzelfde geslacht. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid. (…)
§ 5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.
Wat is er veranderd op 1 januari 2019? In vergelijking met het Gemeentedecreet dat tot einde 2018 van kracht was, zijn twee zaken niet langer opgenomen in het nieuwe Decreet Lokaal Bestuur:
- de verplichting om “verslagen en einddocumenten van adviesraden en overlegstructuren” mee te delen aan de gemeenteraad. (Al kan men uiteraard plaatselijk afspreken om dat blijvend te doen. De Wakkere Burger pleit daarvoor)
- de verplichting om plaatselijk uitdrukkelijk vast te leggen “op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld”. (Dit verwijst naar de mogelijkheid om plaatselijke afspraken te maken over gemotiveerd antwoord of feedback van het beleid op adviezen. De Wakkere Burger pleit er voor om dat blijvend te doen. Meer zelfs: Wij zijn voorstander van een verplichting tot gemotiveerd antwoord op adviezen)
Het nieuwe Decreet Lokaal Bestuur betekent ook de integratie van het OCMW in gemeentebestuur. Concreet betekent dat bv. dat de leden van de gemeenteraad ook de rol van OCMW-raadslid opnemen. Let wel: het Decreet Lokaal Bestuur spreekt alleen over adviesraden voor de gemeente en haar beleidsorganen – dus niet voor de OCMW-organen.
Decreet Lokaal Bestuur over andere participatievormen
Naast de regels voor adviesraden, bevat het Decreet Lokaal Bestuur nog andere bepalingen rond burgerparticipatie. Zo stelt artikel 2 dat de gemeenten en OCWM’s “een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden” moeten verzekeren, “Ze betrekken de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid en zorgen voor openheid van bestuur”. Artikel 304 vult dat participatieve principe concreter in:
- Alle inwoners hebben het recht om voorstellen en vragen op de agenda van gemeenteraad of OCMW-raad te zetten. (Tot einde 2018 vermelde het Gemeentedecreet een bepaald aantal handtekeningen voor dat ‘spreekrecht’. Nu kan het lokale bestuur dat helemaal zelf vormgeven, bv. ook de handtekeningendrempel verlagen)
- Iedereen heeft het recht om verzoekschriften in te dienen bij de organen van de gemeente en het OCMW. (Tot einde 2018 voorzag het Gemeentedecreet een maximale antwoordtermijn van drie maanden. In het Decreet Lokaal Bestuur is die termijn niet meer opgenomen)
- Alle inwoners kunnen, via een handtekeningenactie, een gemeentelijke volksraadpleging laten organiseren.
- Het college van burgemeester en schepenen kan – niet verplicht, dus – het beheer van budgetten toevertrouwen aan wijkcomités en burgerinitiatieven voor de realisatie van bepaalde acties of projecten. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor deze ‘wijk- of burgerbudgetten’.
- De gemeenteraad en OCMW-raad kunnen ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen.
— meer informatie over participatie in het decreet lokaal bestuur
Regelgeving inzake Openbaarheid van Bestuur
Iedere burger, dus ook een adviesraad, heeft het recht op de openbaarmaking van bestuursdocumenten. Iedereen kan dus aan het lokale bestuur vragen om documenten, plannen… in te zien, daar uitleg bij te krijgen of daar een kopie van te ontvangen. Dat heet “passieve openbaarheid van bestuur”: vandaag is openbaarheid de norm en beslotenheid de uitzondering. Overheden zijn dus verplicht om bestaande en afgewerkte documenten openbaar te maken, behalve bij een aantal uitzonderingen (bv. bescherming van de privacy of de openbare veiligheid). De aanvraag gebeurt schriftelijk of via mail.